Vijf jaar Vranckx-Nomaden, vijf nieuwe Nomaden-reportages
Vanaf zaterdag 8 februari op Canvas en canvas.be
De Nomaden zijn een wisselende groep van jonge free lance reporters onder de vleugels van Rudi Vranckx en zijn redactie. Ze verblijven in het buitenland of reizen er speciaal naartoe en plaatsen berichten, foto’s of video’s over de situatie ter plaatse op de Nomaden-Facebookpagina. Geregeld maken sommigen van hen ook volwaardige reportages en documentaires voor Vranckx op zaterdag. Dat doen ze ondertussen al vijf jaar en het leverde in totaal al meer dan vijftig reportages op.
Speciaal voor het vijfjarig jubileum van de Nomaden loopt momenteel (en nog tot 23 februari) een foto-expo van hun werk in de fotomuseum FOMU in Antwerpen. Daarnaast komen er in februari en maart maar liefst vijf nieuwe Nomaden-reportages, uit Hong Kong, Turkije en Armenië, India, Noord-Irak, en Zuid-Dakota.
- Op 8 februari is er Goodnight Hong Kong, een reportage van Stig Junes en Lorenz Florizoone over de aanhoudende protesten in de Chinese stadsregio.
- Op 15 februari volgt Oorlog in mijn genen, een reportage van Kubra Mayda, Astrid Goossens en Arno Van Crombruggen, waarin Kubra op zoek gaat naar haar Turkse én Armeense roots.
- In Klimaatslaven onderzoekt Jan De Deken op 22 februari hoe in India meisjes in de prostitutie belanden als gevolg van de klimaatverandering.
- Kleine overlevers, op 29 februari, volgen Lotte Knaepen en Lisa Matthys getraumatiseerde Jezidi-kinderen in een door Belgische architecten gebouwd hulpcentrum.
- In De keuze van Josée vertelt Tijs Synaeve op 6 maart het merkwaardige levensverhaal Josée Kesteman (77), weduwe van de chief van een Lakota-Indianenstam in Zuid-Dakota.
In Vranckx op zaterdag, telkens om 20.10 u. op Canvas en canvas.be.
De jonge reporters kunnen worden gecontacteerd via interviews@vrt.be
Goodnight Hong Kong
Zaterdag 8 februari
Al sinds juni vorig jaar wordt er in Hongkong geprotesteerd tegen de toenemende politieke inmenging van de Chinese communistische partij. Het begon met vreedzame betogingen maar de protesten werden hardhandig de kop ingedrukt.
Nomaden Stig Junes en Lorenz Florizoone reizen naar Hongkong. Ze trekken op met jonge betogers om te begrijpen wat er in Hongkong aan de hand is en waarom ze ondanks het geweld blijven doorgaan. “Dit is niet langer een protest maar publieke ongehoorzaamheid, een revolutie,” vertelt één van de manifestanten die omwille van haar eigen veiligheid anoniem wenst te blijven.
In het begin werd er geprotesteerd tegen een wet die het mogelijk zou maken om verdachten van een misdrijf uit te leveren naar China om ze daar te berechten. Ondertussen gaat het over veel meer dan dat. De manifestanten vechten voor democratische rechten en tegen inmenging van Peking.
Het wantrouwen groeit langs beide kanten. “Wat me het meest verontrust, is de foute informatie,” zegt Tiger, een lokale journalist. “Er is zoveel fake news en verkeerde informatie. dat Hongkong nog meer gepolariseerd geraakt.”
Een reportage van Stig Junes en Lorenz Florizoone - Studio Tropics © 2020
Oorlog in mijn genen
15 februari
Kubra Mayda gelooft dat ze Turkse roots heeft. Tot ze zelf een DNA-test laat uitvoeren waaruit blijkt dat ze van Armeense origine is. Hoe dat komt, wil ze zelf gaan uitzoeken. Daarom reist ze naar Armenië en Turkije samen met Nomaden Astrid en Arno.
“Twintig jaar lang heb ik niet geweten dat ik Armeens ben, en ik ben niet alleen. We zijn naar schatting met zo’n 50.000 in dit geval. Om erachter te komen hoe dit is kunnen gebeuren, moeten we meer dan honderd jaar terug in de tijd, naar de Armeense genocide in 1915.”
Kubra gaat antwoorden zoeken in het genocidemuseum in Yerevan, de hoofdstad van Armenië. “Ik voel woede, verdriet en een heel grote shock dat ik dit nooit heb geleerd.”
De reis gaat verder naar Turkije, naar het dorp van Kubra’s grootmoeder. Daar vertelt Kemal, een verre oom: “In die periode sloegen er veel mensen uit het dorp op de vlucht. Zij waren rijk. Wij hadden niets, daarom zitten we hier nog.”
Voelt Kubra zich nu Turks of Armeens aan het einde van de reis? Het blijft een moeilijk vraagstuk. Kubra wil er nog één keer over praten met haar moeder op een symbolische berg op de grens tussen Turkije en Armenië.
Een reportage van Kubra Mayda, Astrid Goossens en Arno Van Crombruggen © 2020Met steun van het Fonds Pascal Decroos
Klimaatslaven
Zaterdag 22 februari
India is de trieste koploper als het op slavernij aankomt. Nergens anders ter wereld belanden meer vrouwen in de prostitutie of werken ze als huisslaaf. Ook klimaatverandering werkt mensenhandel en slavernij in de hand. Hoe dat kan onderzoekt Nomade Jan De Deken.
Lalita (25) werd verkocht als bruid. “Zes maanden lang werd ik verkracht. Opnieuw en opnieuw. Ik zat heel die tijd opgesloten.” Lalita kon gered worden en nu reist ze door India met een bus vol lotgenoten. Met deze tocht van de waardigheid willen de slachtoffers hun verhaal naar buiten brengen en zo vechten tegen slavernij. “Wat mij overkomen is, mag met geen enkel ander meisje gebeuren. Daarom is deze reis zo belangrijk voor mij.”
Jan trekt verder naar Sonagachi in Calcutta, de grootste prostitutiebuurt van India. Sapna trouwde met een mensenhandelaar en die dwong haar in de prostitutie. Nu baat ze zelf een bordeel uit. Uitgebuit worden of zelf uitbuiter worden. Dat was de keuze. “Maar eigenlijk wil ik hier weg.” Negen maanden na de eerste opname keert Jan terug om te kijken hoe het Sapna vergaat.
Ruchira Gupta is activiste in Sonagachi: “De meeste meisjes komen hier aan wanneer ze tussen de negen en dertien jaar oud zijn. Ze kunnen niets voor zichzelf beslissen. Vaak zitten ze hier door hun vader of hun broers of zelfs door omstandigheden. Door overstromingen en extreme droogte zijn mensen op de vlucht. Mensenhandelaars maken misbruik van de meisjes en brengen ze naar hier.” Veel meisjes in deze buurt zijn klimaatvluchtelingen uit de Sundarbans, de mangrovebossen in de delta van de Ganges.
Een reportage van Jan De Deken – The Polar Project © 2020Met steun van het Fonds Pascal Decroos en Free Press Unlimited
Kleine overlevers
Zaterdag 29 februari
Een team van Belgische architecten trekt naar Noord-Irak om er een centrum voor traumatherapie te bouwen met duurzame tenten. Nomaden Lotte Knaepen en Lisa Matthys gaan mee. Ze willen kennis maken met de kinderen die er later terecht zullen kunnen. Die hebben veel gezien en meegemaakt, maar Lotte en Lisa willen vooral focussen op hun creativiteit, moed en veerkracht.
De stad Sharia is de thuisbasis van Koerdische Jezidi’s. Een volk dat door IS werd vervolgd, verdreven en mishandeld. In Augustus 2014 kwamen in Sharia op enkele dagen tijd 46.000 vluchtelingen toe, ze werden door IS verjaagd uit hun stad Sinjar.
De NGO Panaga organiseert therapiesessies voor getraumatiseerde kinderen. “Mijn broers werden soms door IS opgesloten tussen onthoofde lichamen,” vertelt Zamaan (12). “Daarna werden ze teruggebracht maar ze waren er heel slecht aan toe. Ze herhaalden de slogans van IS. Maar sinds ze in therapie zijn, gaat het veel beter.”
“Met het Maggie-concept kunnen we hier een soort van pop-upschool maken op heel korte tijd,” legt architect Benjamin Denef uit. “Het is een constructie die eruit ziet als een tent en even snel rechtstaat als een tent, maar door ze op te vullen met lokale materialen maken we van de tent een gebouw. Ze krijgt een lange levensduur en een hoge isolatiewaarde.” En het werd echt teamwork. “De kinderen die hier later naar school zullen komen, zijn ook komen helpen.”
Een reportage van Lotte Knaepen en Lisa Matthys © 2020Met steun van het Fonds Pascal Decroos
De keuze van Josée
Zaterdag 6 maart
Nomade Tijs Synaeve leest in de krant een artikel leest over het overlijden van Dave Bald Eagle, Chief van een Lakota-Indianenstam in South Dakota. Zijn vrouw, de Belgische Josée Kesteman, woont er nog steeds. Tijs besluit z’n job als ambtenaar op te geven en hij reist naar South Dakota om de bijzondere vrouw te leren kennen.
Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel kwam Chief Bald Eagle naar België om een reeks voorstellingen te geven. Het is daar dat hij Josée leerde kennen: “We hadden geen relatie, ik was amper zeventien. Maar er was iets dat nooit wegging. Ik reisde vijftien jaar de wereld rond. Ik deed verschillende jobs en ik kreeg kinderen, maar het ging niet weg.” In 1972 besloot Josée Dave te gaan opzoeken. En ze ging nooit meer weg.
Ondertussen is Josée 77 jaar. Als paramedisch verpleegster rijdt ze elke dag honderden kilometers door het reservaat om kwetsbare gezinnen te helpen: “Ik probeer in elk gezin een reanimatiecursus te geven. Het duurt voor een ambulance een uur om hier te geraken en soms is er geen netwerk. Dan is het aan hen om iets te proberen, om een leven te redden.”
Hoewel Josée ondertussen voornamelijk Engels spreekt, blijft ze ergens nog een echte Belgische. Elke zondag bakt ze pannenkoeken met haar zus Martine, die in de buurt is komen wonen. Het is een echte zoete inval, iedereen is welkom. Het is dan ook een grote familie. “Ik heb alle kinderen van Dave aanvaard. Dat zijn er een stuk of twintig. Ze noemen me allemaal mom. Het maakt me niet uit dat ze van een andere moeder zijn. Ze zijn verwant met mijn kinderen en ook met mij omdat ze Dave respecteerden.”
Een reportage van Tijs Synaeve en Zeno Dockx