“Tommeke, Tommeke, wat doe je nu?” en andere sportverhalen
Nieuwe afleveringen van Belga Sport - vanaf maandag 11 februari op Canvas
In vier nieuwe afleveringen van Belga Sport blikt Canvas terug op memorabele momenten en helden uit de Belgische sportgeschiedenis.
Aan de hand van archiefbeelden en interviews met betrokkenen en kroongetuigen gaat het programma op zoek naar nieuwe inzichten, de volledige waarheid en de juiste toedracht van volgende historische sportgebeurtenissen :
- Tom Boonen - De Wonderjaren: over de succesvolle beginjaren in de profcarrière van Tom Boonen, bekroond met een wereldtitel in Madrid in 2005.
- Onyx-Moneytron - In rook opgegaan : over het Formule 1 avontuur van Jean-Pierre Van Rossem met zijn Onyx-Moneytron-team in 1989-1990)
- Pär Zetterberg - Succes smaakt zoet : over de carrière van een topvoetballer met diabetes, die het grootste deel van zijn carrière bij Anderlecht speelde, van 1986 tot 2006.
- Het EK Judo van 1997 - Alleen goud is goed genoeg: over de succesjaren van het Belgische judoteam onder leiding van Jean-Marie Dedecker in de jaren ’90.
Belga Sport is een productie van Woestijnvis. De nieuwe afleveringen waren eerder te zien op Play Sports maar Canvas zendt ze nu voor het eerst uit op open net.
Het commentaar is opnieuw van voormalig VRT-sportjournalist Carlos De Veene.
Vanaf maandag 11 februari om 21.20 u. op Canvas en vrtnu.be.
Tom Boonen. De Wonderjaren
maandag 11 februari
Parijs-Roubaix 2002, Vlaanderen maakt voor het eerst kennis met Tom Boonen. In de jacht op een ontketende Johan Museeuw, gaat de jonge neoprof van de US Postal ploeg zo hard tekeer, dat zijn kopman George Hincapie van vermoeidheid de gracht inrijdt. Boonen finisht die dag als derde op de mythische piste van Roubaix. Boonen is het ultieme voorbeeld van de oude wielerwijsheid: “Wat goed is, komt snel”.
In 2003 tekent Boonen voor de ploeg van Patrick Lefevere. Bij Quick-Step verandert Boonen al snel in een veelwinnaar. Hij wint semiklassiekers als de E3-prijs Harelbeke, en Gent-Wevelgem. In de Tour spurt hij naar etappezeges in Angers en de Champs Elysees. Het blijkt allemaal slechts een voorbode op wat zou volgen.
Boonen veegt in 2005 vijftien jaar wielergeschiedenis van tafel. Hij rijdt het wielrennen van twijfel en aarzeling naar de verdoemenis. Hij werpt de gevestigde orde omver met zijn attractieve en aanvallende stijl. Een week na de E3-prijs wint Boonen zijn eerste grote klassieker: de Ronde van Vlaanderen. Boonen beschikt op zijn 24ste al over genoeg koersinzicht om de wedstrijd naar zijn hand te zetten. Met een perfect getimede aanval laat hij Peter Van Petegem en co achter en rijdt solo naar Meerbeke. Bovenop de Bosberg wordt de scepter doorgegeven… Een week later realiseert Boonen ook nog de legendarische dubbel op de piste van Roubaix. Vlaanderen heeft een nieuwe God… Maar tijd om te genieten is er niet.
Boonen vertrekt met ambities naar Frankrijk. Hij droomt van groen, maar de Tour draait uit op een grote teleurstelling. Na twee etappezeges heeft Boonen het groen stevig om de schouders, maar een zware val gooit roet in het eten en Tom moet opgeven. Thuis in Mol draait hij de knop om. Hij neemt zijn telefoon en belt bondscoach José De Cauwer. Hij heeft nog maar één doel: wereldkampioen worden in Madrid.
Regisseur: Guillaume Graux
/ Reporter: Dirk Van Nijverseel
Getuigen: Tom Boonen, Lore Boonen, Paolo Bettini, Alessandro Petacchi,
Wilfried
Peeters, Patrick Lefevre, Filippo Pozzato
Onyx-Moneytron. In rook opgegaan
maandag 18 februari
Aan het begin van het Formule 1-seizoen van 1989 probeert het zoveelste kleine team zichzelf naar de respectabele subtop te lanceren. Na successen in de formule 3000 wil Onyx, het team van de Engelsman Mike Earle, op het allerhoogste niveau meedoen. Tot verbazing van de Belgische sportpers gebeurt dat met een Belgische piloot, de jonge beloftevolle Bertrand Gachot, en met Belgisch geld, van de flamboyante en dan nog grotendeels onbekende Jean-Pierre Van Rossem. Onyx-Moneytron wordt “de Belgische F1-stal”.
Earle en zijn team beloven ‘petrolhead’ Van Rossem een wagen die in het eerste seizoen een podium kan halen. Dat lijkt onwaarschijnlijk, optimistisch op het ridicule af, maar het wordt wel degelijk waargemaakt als Stefan Johansson zijn Onyx-Moneytron naar de derde plaats stuurt in de GP van Portugal. De stap richting subtop lijkt nog maar een formaliteit.
Maar naast de sportieve successen zijn er bij Onyx-Moneytron ook veel problemen. Ego’s clashen, de rekeningen stapelen zich op en niemand weet precies wat Van Rossem van plan is. Het verhaal van Onyx-Moneytron is er één van snel smeltende geldreserves, rancune en verdachtmakingen, maar ook van kameraadschap, topprestaties en snelheid in de bizarre wereld van de Formule 1 anno 1989-1990.
Regisseur: Robin Vandenbergh / Reporter: Thomas Liekens
Getuigen: Jean-Pierre Van Rossem, Bertrand Gachot, Stefan Johansson, Mike Earle, Alan Jenkins, Dirk De Weert, Pierre Van Vliet, Jean-Michel Martin.
Pär Zetterberg. Succes smaakt zoet
maandag 25 februari
Pär Zetterberg is niet eens zestien jaar als hij op een bijveldje van de Zweedse derdeklasser Falkenberg wordt ontdekt door wijlen Jean Dockx. Al snel krijgt hij een contract bij Anderlecht en is hij een fenomeen. Maar nog voor zijn grote doorbraak slaat het noodlot enkele keren genadeloos hard toe. Van een zware knieblessure kan hij nog herstellen, maar als ook diabetes wordt vastgesteld, lijkt zijn carrière voorbij nog voor ze goed en wel is begonnen.
Aad de Mos, op dat moment trainer van Anderlecht, heeft Zetterberg niet meer nodig en de Brusselaars stallen de jonge Zweed twee jaar bij Charleroi. Daar neemt Robert Waseige hem onder zijn vleugels en dankzij een strikte medische begeleiding om zijn suikerziekte op te volgen, bewijst Zetterberg dat hij toch gemaakt is voor de top. Eenmaal terug bij Anderlecht volgen, onder impuls van Johan Boskamp, titels én individuele prijzen. Gouden Schoen, Profvoetballer van het jaar, hij wint beide trofeeën meerdere malen.
In 1994 volgt een nieuwe zware knieblessure die hem weghoudt van het WK in de VS waar Zweden uiteindelijk heel knap derde zou worden. De grootste ontgoocheling uit zijn carrière. Eenmaal hersteld, zijn bij Anderlecht sterren als Nilis en Degryse vertrokken en volgen vijf magere jaren. Tot Aimé Anthuenis trainer wordt en Anderlecht in 2000 opnieuw de titel pakt. Het sein voor Zetterberg om na veertien jaar België toch ook nog eens iets anders te proberen.
Hij trekt naar Griekenland en wordt in drie jaar evenveel keer kampioen met Olympiacos. Als Roger Vanden Stock zijn poulain in 2003 terugroept naar Brussel aarzelt Zetterberg niet. Anderlecht is familie, het Astridpark is zijn thuis. Er zouden nog twee titels volgen met in mei 2006 een afscheid waar elke voetballer enkel maar kan van dromen.
Kampioen worden in je laatste wedstrijd en de fans die het Zweedse woordje ‘tack’ oftewel ‘dankuwel’ in de lucht houden. Het orgelpunt van een carrière die gekenmerkt werd door grote medische tegenslagen, maar dankzij het ijzeren karakter en het pure voetbaltalent van een immer sympathieke Zweed toch verworden is tot een meesterwerk.
Regisseur: Robin Vandenbergh / Reporter: Bram Lambert
Getuigen: Pär Zetterberg, Aad De Mos, Robert Waseige, Christian Karembeu, Johan Boskamp, Roger Vandenstock, Marc Degryse
Het EK judo van 1997. Alleen goud is goed genoeg
maandag 4 maart
Eind jaren ’90 is het Belgische judoteam van Jean-Marie Dedecker de meest succesvolle ploeg van het land. Hun verhaal begint eind jaren ’80. In de schaduw van judogrootheden Robert Vande Walle en Ingrid Berghmans stoomt Jean-Marie Dedecker een nieuwe, beloftevolle generatie klaar.
De Olympische Spelen van 1992 in Barcelona zijn de eerste grote afspraak, maar worden een ontgoocheling, voor de ploeg én voor Dedecker. Het brons van Heidi Rakels is even onverwacht als deugddoend, maar vier andere judoka’s stranden op de vijfde plaats. Het sein om nog harder te werken. Met Dedecker als gangmaker: “Topsport is geen democratie, maar een dictatuur.” En alleen de eerste plaats telt.
Een jaar later is de eerste gouden medaille op een groot toernooi een feit: Gella Vandecaveye wordt wereldkampioene. En dan gaat de bal aan het rollen. Op het EK van 1994 halen de Belgen vier medailles, met twee keer goud, voor Gella Vandecaveye en Ulla Werbrouck. Op het EK van 96 herhalen beiden dat en pakken de Belgen vier medailles.
Op de Olympische Spelen van 1996, in Atlanta zorgen de judoka’s van Dedecker voor vier van de zes Belgische medailles. Goud voor Ulla, zilver voor Gella en brons voor Harry Van Barneveld en Marisabel Lomba, de eerste Waalse die toetrad tot de ‘Vlaamse’ nationale ploeg van Dedecker.
Maar de apotheose wordt het Europees kampioenschap, 1997 in Oostende. De zes gouden en drie bronzen die de Belgen winnen zijn tot op vandaag, 20 jaar later, een record. Ook Harry Van Barneveld en Johan Laats winnen goud, voor het eerst op een groot toernooi. Het is een hoogtepunt voor de ploeg, maar ook een onvermijdelijk keerpunt.
Sommige judoka’s zijn over hun hoogtepunt, woelwater Dedecker heeft in de loop der jaren tegen heel wat schenen gestampt en vijanden gemaakt. In 2000 krijgt hij zijn ontslag als nationaal trainer. Enkele individuele judoka’s boeken ook in jaren nadien nog sprekende resultaten, maar van een succesvolle structuur en een team is geen sprake meer.
Regisseur: Jan Vandermotte / Reporter: Niko Lainé
Getuigen: Jean-Marie Dedecker, Gella Vandecaveye, Ulla Werbrouck, Harry Van Barneveld, Inge Clement, Johan Laats, Heidi Rakels, Marie-Isabelle Lomba.