Nieuwe docureeks 'Hier en toen' brengt Belgische historische gebeurtenissen met impact op het heden

Vanaf woensdag 17 april om 21.20 uur op VRT CANVAS en VRT MAX

28 maart 2024 - VRT CANVAS pakt dit voorjaar uit met een nieuwe historische reeks. Na jaren van langere reeksen rond hetzelfde thema, bieden we nu terug ruimte aan verhalen die zich in één of twee episodes laten vertellen. Hier en toen focust op verhalen uit de recente Belgische geschiedenis met een relevantie voor het heden. Met de reeks hopen de makers inzichten te bieden in historische processen die zich in onze maatschappij hebben afgespeeld en vaak nog niet helemaal zijn voltooid. De makers richten zich daarbij op zowel oorlogs-, maatschappij- als sociale geschiedenis. De reeks wil naast een geschiedenisvertelling ook een spiegel zijn: wie zijn we? Welke keuzes hebben we als maatschappij in het verleden gemaakt en wat zijn de gevolgen daarvan in het heden?

Het eerste seizoen van Hier en toen telt vijf afleveringen: ​ ​ de eerste aflevering onderzoekt samen met de para’s die dertig jaar geleden deelnamen aan de VN-vredesmissie in Somalië welke impact die zending heeft gehad op hun latere leven, de tweede aflevering brengt het verhaal van de Belgische ontsnappingslijn Comète, die tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven van honderden geallieerde piloten en soldaten redde, gevolgd door een aflevering over 40 jaar aidsbestrijding in België. Afsluiten doet de reeks met een tweeluik over spionage in het Brussel van tijdens de Koude Oorlog

De documentaires van Hier en toen zijn niet vrijblijvend. De makers gaan op zoek naar thema’s die ook vandaag nog latent aanwezig zijn, en af en toe – soms onverwachts – aan de oppervlakte komen. Sinds de oorlog in Oekraïne duikt het thema van Russische spionage in Brussel met de regelmaat van de klok op, en ook andere grootmachten doen hun best om informatie te winnen in één van de belangrijkste diplomatieke steden ter wereld. De aftredende stafchef van het Belgisch leger heeft van mentaal welzijn bij militairen een speerpunt gemaakt, niet zelden keren militairen van missies terug met trauma’s die ze een leven lang zullen moeten dragen. Sinds geruime tijd worden er in alle steden verzetscafés georganiseerd. Het verzet krijgt na jaren van verwaarlozing weer erkenning en staat volop in de schijnwerpers. En aids is – in tegenstelling tot wat we zo graag willen denken – géén probleem uit het verleden.

 

Aflevering 1: Een jaar in Somalië

“Over gevoelens praten, dat werd daar gewoon niet gedaan. Iedereen hield zijn problemen voor zich en loste die zelf op, want als het bij Defensie uitkomt dat ge een probleem hebt, gaan ook uw collega’s u wantrouwen”(Belgische para die in Somalië op missie was)

 

Van het najaar van 1992 tot het najaar van 1993 namen iets meer dan 2500 Belgische militairen deel aan de VN-vredesmissie in Somalië. Het doel was om de verschillende bendes en milities te ontwapenen en te zorgen voor een veilig kader waarbinnen humanitaire hulp aan de bevolking kon worden verleend. Voor de Belgische para’s was het de eerste lange opdracht sinds de Korea-oorlog in 1950. In de praktijk bleek de missie een stuk complexer dan gedacht. De vaak jonge Belgische para’s, waaronder nog veel miliciens, kwamen er in omstandigheden terecht waar ze niet op waren voorbereid. De cultuurshock was gigantisch, de uitrusting ontoereikend, de klimatologische omstandigheden bikkelhard en de mentale begeleiding vrijwel onbestaande. De Rules of Engagement die de para’s meekregen als wettelijk kader waarbinnen ze moesten optreden waren mooi op papier, maar bleken in de praktijk niet altijd even bruikbaar. Geconfronteerd met de onoplosbaarheid van de situatie ter plaatse, vroegen velen zich af wat ze daar eigenlijk deden en wat de zin was van de risico’s die ze namen. Gedesillusioneerd keerden ze terug naar huis.

“Als ik terugdenk aan Somalië, is er niks zinvol waarop ik kan terugblikken. Van heel die missie, niks.” (Belgische para die in Somalië op missie was)

Eenmaal aangekomen in België, bleek de aanpassing aan de terugkeer naar het normale leven voor veel para’s moeilijker dan gedacht. Ze kregen hun verhalen niet verteld. Er werd verwacht dat ze de draad gewoon oppikten alsof er niets was gebeurd, psychologische nazorg was onbestaande.

“Als we mensen op missies sturen, moeten we ook mensen terug naar huis halen. En dat doe je niet alleen met een vliegtuig. Er is meer voor nodig om dat te doen. En als we dat niet doen, dan denk ik dat we die mensen in de steek laten.” (Belgische para die in Somalië op missie was)

In 1997 verschenen er foto’s en verhalen in de pers over wandaden uitgevoerd door para’s in Somalië. In de publieke opinie werd de para niet langer aanzien als een held, maar als een sadist en racist. De hele missie in Somalië kreeg een negatieve connotatie.

Nu, dertig jaar later, blikken vijf para’s, een psycholoog die erbij was en de commandant van de operatie terug op de missie die hun zo heeft getekend. Wat heeft het opgeleverd? Welke impact heeft Somalië gehad op hun latere leven? Hoe wisten ze hun trauma’s te verwerken?

“Onlangs heeft een pelotonscommandant zichzelf van het leven beroofd. Ik ben toen beginnen tellen hoeveel van ons al zelfmoord hadden gepleegd of waren gesneuveld. Ik ben de tel kwijt geraakt” (Belgische para die in Somalië op missie was)

Sinds de missie in Somalië dertig jaar geleden, is er binnen Defensie veel veranderd. Er is een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg opgericht, er wordt aan preventie en traumapsychologie gedaan. Militairen kunnen beroep doen op mentale hulp en ondersteuning. Een crisispsychologe van Defensie kadert hoe militairen vandaag veel meer beroep doen op die mentale begeleiding, psychologische hulp en traumaverwerking, maar erkent ook - ondanks alle inspanningen - dat mentaal welzijn een moeilijk te doorbreken taboe blijkt.

Aflevering 2: Comète

“Er zijn geen woorden om te beschrijven hoe belangrijk deze vrouwen zijn geweest voor zovele mensen die in bezet gebied strandden en geen enkele andere optie hadden dan naar die verzetsmensen te luisteren te doen wat ze zegden. De mensen van het verzet riskeerden elke dag hun leven voor totale vreemden…” (Kleinkind geredde piloot)

Comète is een Belgische verzetsgroep die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Brussel werd opgericht. Aan het hoofd stond de toen 25-jarige Andrée De Jongh. Niet veel later sloot de 19-jarige Andrée Dumon zich aan bij het prille netwerk. Hun missie was om ontsnappingsroutes naar Engeland te organiseren voor de geallieerde militairen die boven België en de buurlanden werden neergeschoten door de Duitsers. Tussen de zomer van 1941 en juni 1944 werkten meer dan 2000 ‘geheime agenten’ op gevaar van eigen leven in dienst van Comète. Samen hielpen ze ongeveer 700 geallieerde soldaten ontsnappen. De route liep vanuit België, via Parijs, over de Pyreneeën, tot aan de Frans-Spaanse grens. Het grootste deel van die moeilijke reis door de bergen werd te voet afgelegd.

“Ik kan moeilijk vatten hoe onze grootvader en zijn maten in espadrilles en in het donker over de Pyreneeën trokken” (Nazaten piloot Ronald Emeny)

Van alle Comèteleden werden er in het totaal 800 aangehouden. 155 mensen zouden het einde van de oorlog niet halen, waaronder 55 vrouwen. Ook Dumon en De Jongh werden verraden. Beide vrouwen overleefden de gruwel van de concentratiekampen ternauwernood. Hun vaders, die ook verzetslui waren, niet. Andrée De Jongh stierf in 2007, Dumon leeft nog en beleeft als 100-jarige rustige oude dag in een rusthuis in de buurt van Namen.

Dit spannende verhaal, waar de komische BBC-reeks ‘Allo, ‘Allo! de mosterd haalde, wordt opnieuw tot leven gewekt dankzij uniek en nog nooit eerder vertoond beeldmateriaal uit het VRT-archief. Geallieerde soldaten en leden van Comète getuigen, net als de nazaten van de eerste én de laatste door de Comète-lijn geredde vliegenier. Tachtig jaar na datum ondernemen ze zélf de reis die hun voorvaders in volle oorlogstijd moesten afleggen.

“Andrée De Jongh noemde de soldaten ‘pakketjes’. Nadien sprak ze altijd over ‘haar kinderen’” (Nazaten piloot Jack Newton)

Het verhaal van Comète is van alle tijden: namelijk dat verzet een menselijke reactie is tegen regimes die universele humanistische waarden en normen onderdrukken. Maar het geeft vooral ook een unieke inkijk in hoe vrouwen tijdens de oorlog een minstens even belangrijke verzetsrol speelden als mannen.

 

Aflevering 3: 40 jaar aids in België

“Aan het begin van de jaren tachtig was aids iets compleet nieuw. In het begin wisten we zelfs niet wat de oorzaak was. We dachten aan een virus, maar het heeft tot 1984 geduurd voordat het geïdentificeerd is. Vergelijk dat met corona, waarbij we dat op een paar dagen konden. We probeerden allerlei nieuwe medicamenten uit… maar niks hielp. Het was echt een doodsvonnis hé. En een gruwelijke dood…” (professor Peter Piot, voormalig directeur UNAIDS)

Begin jaren tachtig maken dokters zich ongerust over een dodelijk virus dat rondwaart bij middenklasse Amerikanen in de grote steden, en vooral onder homomannen slachtoffers maakt. Deze ‘homokanker’ zaait paniek onder de jonge, vooral mannelijke, bevolking en waait niet veel later ook over naar Europa. België pioniert in het onderzoek naar wat we later als HIV/aids zouden gaan bestempelen. In deze documentaire vertellen de jonge artsen van toen hoe ze met de ziekte moesten omgaan, welke onderzoeken ze deden en welke wetenschappelijke inzichten ze gaandeweg aan het ziektebeeld konden koppelen. Patiënten verhalen over hoe ze overmand werden door paniek, uit angst voor het virus, en later door verdriet, door het verlies van zo veel jonge, bekende vrienden. AIDS zette de normen en waarden van een maatschappij in verandering onder druk: de katholieke moraal rond seksualiteit werd uitgedaagd. Wetenschap en politiek kwamen daardoor meermaals frontaal in botsing met elkaar.

“Ieder van ons neemt afscheid. Dat is het leven, maar als je op zo’n jonge leeftijd te veel afscheid moet beginnen nemen… Ja, dat weegt. Ik heb precies in één of andere grote natuurramp gezeten, waar ge maar met een paar overlevenden uit zijt mogen komen. Al goed dat niet iedereen dat moet meemaken, want te veel verlies is nooit goed denk ik.” (Patrick Reyntiens, persoon met hiv)

Maar aids is niet uitsluitend een verhaal uit het verleden. Sinds onderzoekers er vanaf het midden van de jaren negentig in slaagden om het virus door middel van medicijnen onder controle te houden, onderschatten nieuwe generaties het gevaar van het virus. Want dat is er wel degelijk: mensen met aids verouderen sneller, en er blijft altijd het risico dat er op een dag resistentie optreedt, of – zoals in coronatijd is gebleken – er een tekort van medicatie optreedt. Daarnaast moet de aidsproblematiek ook in een breder, internationaal, kader worden gezien. Aids werd pas een probleem vanaf het moment dat het virus slachtoffers maakte in het westen, maar de ziekte bestond al veel langer – en bestaat nog steeds – in Afrika. Aids is alles behalve weg, en blijft een acuut probleem in onze maatschappij. Elke dag krijgen in België twee mensen het verdict dat ze aan HIV lijden. Wereldwijd sterven jaarlijks nog tussen de 600.000 en 700.000 mensen aan de gevolgen van aids. Om het met een campagneslogan uit de jaren tachtig te zeggen: ‘Open je ogen, voor aids ze sluit.’

En dan is er nog het stigma. Ondanks alle campagnes die al gevoerd zijn, ondanks het feit dat er geen enkel gevaar is om normale betrekkingen te onderhouden met iemand die hiv-positief is, blijft die gemeenschap kampen met een enorm stigma. Dat maakt het ook vandaag nog steeds moeilijk om te leven met aids.

“Dat is één van de grootse ontgoochelingen die ik heb. Ik dacht dat als er een behandeling zou komen en aids geen doodsvonnis meer zou zijn, dat het genormaliseerd zou worden en dat mensen niet meer gediscrimineerd zouden worden omdat ze met hiv leven. Maar ondertussen heb ik begrepen dat het eigenlijk niet zozeer gaat om het virus en de infectie, maar om iets anders. Omdat men mensen beoordeelt op hun seksueel gedrag en seksuele oriëntatie. Tja… En het gaat meestal over het hoofd van degene die discrimineert” (professor Peter Piot, voormalig directeur UNAIDS)

Aflevering 4: Spionage in Brussel (Deel 1)

“In het begin spioneer je zonder daar echt bij na te denken. Je geeft hier en daar wat informatie door. En op een bepaald moment realiseer je dat je in iets bent beland waaruit je niet meer kan ontsnappen. Dan rest er maar één mogelijkheid: je gaat door tot het bittere einde. Dat is ofwel de dood, ofwel de gevangenis” (Een Belg die jarenlang voor de KGB spioneerde)

 

Op 14 april 1992 start ‘Operatie Glasnost.’ Het Brusselse parket rekent verschillende verdachten in die jarenlang zouden hebben gespioneerd voor de Sovjet-Unie. Omdat hun contactpersoon, een Russische diplomaat, is overgelopen naar de CIA, worden ze gevat. Een van hen doet nu zijn verhaal en vertelt hoe en waarom hij decennialang informatie heeft doorgesluisd naar de geheime dienst van de Sovjet-Unie. Waarom was hij bereid om alles op het spel te zetten om de Sovjet-Unie te steunen? Hoe ging de spionage in zijn werk? Naar welk soort informatie waren spionnen op zoek? Hoe gaven ze die informatie door en waarom was dat zo belangrijk?

Begin jaren tachtig liepen de spanningen tussen oost en west hoog op. Door de steeds intenser wordende wapenwedloop, vreesde de bevolking voor een militaire escalatie. Welke rol speelden spionnen in dit mondiale geopolitieke machtsspel? En hoe kijken de betrokkenen daar vandaag op terug?

‘Vanaf begin jaren zeventig tot 1989 waren wij op de hoogte van élke oefening die de Navo heeft gehouden. We wisten precies wat ze gingen doen, en hoe ze dat zouden doen’ (Oost-Duitse geheim agent)

Het was een spel dat zichzelf in stand hield. Honderdduizenden geheim agenten hielden zich dag in dag uit bezig met het verzamelen van ‘geheime’ informatie, die vervolgens aan de eigen diensten voor analyse werd doorgegeven. Het geloof in het eigen gelijk dreef de tweespalt tot het uiterste, tot de implosie van het Sovjet-Unie en de val van de Muur alles veranderde…

“Als je de Sovjet-Unie neemt als één rijk en het Amerikaanse als een ander, moet je waarschijnlijk aannemen, zoals in een voetbalwedstrijd, dat de Sovjet-Unie altijd de meeste doelpunten maakte. Ze lagen altijd vér voor tijdens de wedstrijd. Ze waren zéér goed geïnformeerd. Zeer, zeer goed geïnformeerd. Maar toen het laatste fluitsignaal weerklonk, leden ze een totale nederlaag” (Professor Helmut Müller-Engbergs, DDR spionage-expert)

Aflevering 5: Spionage in Brussel (Deel 2)

“Het Brussels rakettenverdrag was voor mij de laatste druppel om over te lopen naar de DDR. Daar heb ik de échte intenties van de Navo gezien” (Vlaamse spionne voor de DDR)

Wat maakt Brussel zo interessant als doelwit voor spionnen? Met de komst van de Navo naar Brussel in 1967 en de vestiging van talloze Europese instellingen in onze hoofdstad, werd Brussel een van de meest gegeerde plaatsen voor spionnen. New York, Berlijn, Wenen, Brussel,… Het krioelt er van geheim agenten van zowat alle naties. Vijanden bespioneren mekaar, maar ook vrienden doen dat. Het was en is de taak van de Belgische staatsveiligheid om te verhinderen dat spionnen informatie konden doorsluizen naar Moskou (of elders), maar slaagden ze daar ook in? Verschillende oud-medewerkers klappen uit de biecht over hun spionnenjacht. Hoe ze netwerken probeerden op te rollen, verdachte personen schaduwden en daar thuis of aan vrienden nooit iets over konden vertellen.

“Een van onze hoofddoelen was eigenlijk om Sovjet-agenten te rekruteren en om te keren. Om ze dus voor ons te laten werken. Dat was het ultieme doel. En je moest die man dan dingen doen doen die hij normaal niet zou gedaan hebben. Want dat is het eigenlijk hé. Laten we een kat een kat noemen. Je vraagt aan die man om z’n land, z’n werkgever of z’n dienst te verraden. En zijn collega’s…” (Oud-agent van Staatsveiligheid)

Wie onze staatsveiligheid destijds niet kon vatten, was Imelda Verrept. Zij spioneerde verschillende jaren vanop het Navo-hoofdkwartier in Evere voor de toenmalige DDR, tot ze in 1980 samen met haar man – ook een spion – in allerijl moest vluchten naar Oost-Duitsland. Waarom deed ze dat? En wat maakte jonge secretaresses zo aantrekkelijk voor rekruteerders van de Stasi? Brussel was jarenlang het toneel van een hele wereld die zich in het verborgene afspeelde, en waarvan nu enkele betrokkenen een tipje van de sluier lichten: mensen van staatsveiligheid, journalisten, experts en voormalig geheim agenten blikken terug op een tijd waarin de wereld soms maar een zucht van een nieuw mondiaal conflict stond.

Met de plaatsing van Amerikaanse kernraketten in heel West-Europa werd de spanning opnieuw de hoogte ingejaagd. Zal er opnieuw oorlog komen?

In het jaar dat de Navo de grootste militaire oefening sinds het einde van de Koude Oorlog organiseert, is deze documentaire razend actueel. Is er werkelijk iets veranderd sinds de val van de muur?

Anne Stroobants

Communicatieverantwoordelijke VRT Canvas, Radio 1, VRT NWS & Sporza

 

 

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over VRT CANVAS

VRT CANVAS is het tweede televisienet van VRT. Het brengt compromisloze kwaliteitscontent voor een publiek dat behoefte heeft aan verdieping en uitgedaagd wil worden met nieuwe inzichten. VRT CANVAS informeert, inspireert en verbindt de mediagebruikers door middel van een onderscheidend aanbod met verrassende perspectieven en verhalen die mensen raken. Het net focust daarbij op duidingsprogramma’s, documentaires, cultuur en geschiedenis, wetenschap, internationale fictie, satire en sport.

Voor pers (opgelet: kijkersvragen worden enkel beantwoord via de klantendienst)
Anne Stroobants
anne.stroobants@vrt.be

Voor kijkers en surfers
Klantendienst VRT
 02 741 31 11
www.vrt.be/nl/heb-je-een-vraag/

Klik hier voor interviews

Klik hier voor hogeresolutiefoto's

Het gebruik van fotomateriaal, grafisch materiaal en logo's is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van VRT, hetzij via e-mail of na ontvangst van een login op het fotoportaal. Het gebruik van de login impliceert dat u instemt met de geldende rechten en gebruiksvoorwaarden.

Neem contact op met