Nieuw op Canvas: Kinderen van het verzet
75 jaar na de bevrijding - vanaf dinsdag 22 oktober
Na Kinderen van de collaboratie in 2017 brengt Canvas dit najaar Kinderen van het verzet. Precies 75 jaar na de bevrijding vertellen 13 getuigen hoe de erfenis van de Tweede Wereldoorlog hun eigen leven heeft bepaald, soms tot vandaag. Ze vertellen over de verzetsdaden van hun ouders en hoe ze daar soms zelf bij werden betrokken, over het verlies en de pijn, over de verschrikkingen van de Nazi-concentratiekampen en onverwerkte oorlogstrauma’s.
Hoe bepalend is de oorlog geweest voor deze ‘tweede generatie’-oorlogsslachtoffers? En hoe kijken de getuigen naar de wereld van vandaag? In een tijd van polarisering en extremisme uiten sommigen hun vrees voor de toekomst en hameren ze op het belang van de herinnering.
In de slotaflevering onderzoeken zeven experten hoe Vlaanderen sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is omgegaan met de herinnering aan het verzet.
Vanaf dinsdag 22 oktober om 21.20 u. op Canvas en meteen ook integraal op VRT NU.
Er komt ook een boekenreeks (Kinderen van de collaboratie, Kinderen van het verzet, Kinderen van de Holocaust) en een themareis naar Auschwitz en Krakau.
Meer informatie hieronder en in bijgevoegd persdossier.
Een noodzakelijke reeks
Olivier Goris, netmanager Canvas: “Met ‘Kinderen van het verzet’ brengt Canvas opnieuw een noodzakelijke reeks over de manier waarop wij in Vlaanderen omgaan met moeilijke bladzijden uit onze geschiedenis. Verzet en collaboratie zijn latente thema’s in onze maatschappij, ze zorgen nog altijd voor beroering. ‘Kinderen van het verzet’ geeft een stem aan mensen voor wie de oorlog traumatische ervaringen heeft gebracht, maar die hun verhaal decennialang nergens kwijt konden. De reeks toont aan dat de Tweede Wereldoorlog ook 75 jaar na datum nog altijd gevolgen heeft in het Vlaanderen van vandaag.”
Historicus Koen Aerts (UGent) zorgde net als bij de Kinderen van de collaboratie ook nu voor de wetenschappelijke begeleiding: “’Kinderen van het verzet’ is een even logisch als noodzakelijk vervolg op ‘Kinderen van de collaboratie’. Logisch omdat ook deze reeks focust op kinderen die opgroeien in de schaduw van het oorlogsverleden. Noodzakelijk omdat ze een portret brengt van kinderen die in de hoek zitten waar tijdens de bezetting de klappen vielen, een kamp dat na de oorlog vaak werd vergeten of geridiculiseerd. Hoewel het verzet als winnaar uit de oorlog kwam, verloor het in de Vlaanderen de strijd om de herinnering. Canvas maakt de inhaalbeweging en geeft dat verhaal een stem, een gezicht en een betekenis.”
Nico Wouters is directeur van het Studiecentrum Oorlog en Maatschappij (CegeSoma). Hij beaamt het gebrek aan aandacht waar verzetsmensen decennialang mee moesten omgaan: “De geschiedenis van het verzet in Vlaanderen is niet zozeer 'onverwerkt verleden' als wel 'vergeten verleden'. Terwijl de collaboratie en de repressie overmatig veel aandacht krijgen, verdwijnt het verzet na 1945 geleidelijk tussen de plooien van de geschiedenis. Toch heeft het verzet ook in Vlaanderen een sterke aanwezigheid en een rijke geschiedenis. Daarom is deze nieuwe reeks wellicht nog belangrijker dan die over de collaboratie. 75 jaar na de bevrijding voegt ze een essentiële laag toe aan de eenzijdige oorlogsherinnering in Vlaanderen.”
13 lotgenoten aan het woord
De dertien ‘kinderen van het verzet’ die in deze reeks aan het woord komen, vormen geen homogene groep. Ze staan allemaal anders in het leven, met hun eigen bagage en overtuigingen. Wat ze wel delen, is de erfenis van een bezwaard oorlogsverleden.
De groep is ook in de benadering van dat verleden heel divers, maar één ding hebben ze allemaal gemeen: ze zijn trots op hun ouders, die ervoor hebben gekozen zich niet neer te leggen bij de Nazi-bezetting en actief in het verzet te stappen. Ook al had die keuze voor velen van hen dramatische gevolgen.
De getuigen vertellen over de risico’s die hun ouders namen tijdens de oorlog. Die ouders zaten allemaal in het verzet, maar hielden zich met heel verschillende activiteiten bezig. Sommigen verspreidden sluikpers, anderen hielpen mensen onderduiken en nog anderen pleegden aanslagen of sabotagedaden.
Sommige getuigen hebben de oorlog als kind of als jonge tiener heel bewust meegemaakt, anderen zijn pas jaren na de oorlog geboren. De jongste getuige in de reeks is 53, de oudste is 92. De oudere getuigen zijn vaak getraumatiseerd door wat ze tijdens de oorlog zelf hebben beleefd. Sommige van hen zagen hoe hun ouder of ouders werden gearresteerd door de Duitsers. In een aantal gevallen keerden ze nooit terug. De getuigen herinneren zich hoe het voelde om voortdurend in angst te leven, bang voor een inval van de Gestapo. En hoe het was om als kind een groot geheim te dragen, waar je tegen niemand iets over mocht zeggen. Al die ervaringen hebben op hen een blijvende impact gehad.
De jongere getuigen in de reeks delen dan weer andere ervaringen. Zij behoren tot een naoorlogse generatie die opgroeide in een gezin waar de oorlog nog dagelijks aanwezig was. Maar vaak rustte op dat verleden een taboe, waardoor het onmogelijk was om vragen te stellen aan hun ouders. De kinderen werden geconfronteerd met gebeurtenissen en emotionele uitbarstingen die ze niet konden plaatsen en niet zelden zochten ze zelf een manier om te ontsnappen aan die oorlog. Meestal voelden ze pas decennia later de nood om te gaan graven in het oorlogsverleden van hun ouders. Wat ze ook deden en doen in het leven, ook voor hen is de oorlog nooit ver weg.
Net zoals Kinderen van de collaboratie is ook Kinderen van het verzet chronologisch opgebouwd. De eerste aflevering begint met de Duitse inval in België in 1940 en de laatste eindigt in het nu.
Uniek archiefmateriaal
De verhalen van de getuigen worden gestoffeerd met uniek archiefmateriaal uit binnen- en buitenlandse archieven. Net als bij Kinderen van de collaboratie zorgde animator Joost Jansen voor de sfeervolle en ingetogen generiek en animaties in de afleveringen. Johan Hoogewijs tekende net zoals in Kinderen van de collaboratie en Kinderen van de kolonie voor op maat gecomponeerde muziek. De wetenschappelijke begeleiding van de reeks berustte bij dr. Koen Aerts (UGent), die zijn expertise eerder ook al leende voor de Kinderen van de collaboratie.
Aflevering 1: In het verzet
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapten tienduizenden Belgen in het verzet tegen de Nazi’s. Hun kinderen getuigen over die oorlogsperiode. Wat deden hun ouders, waarom gingen ze in het verzet en hoe gevaarlijk was dat? Beseften ze welk risico ze namen en welke impact hun verzet kon hebben op hun omgeving?
De kinderen herinneren zich de oorlogsperiode nog levendig. Hoe ze moesten zwijgen over wat ze thuis zagen en hoorden, en hoe bang ze waren dat de verzetsdaden van vader of moeder zouden worden ontdekt.
Veel verzetslieden werden opgepakt door de Duitsers. Die arrestaties staan 75 jaar later bij vele kinderen nog op het netvlies gebrand. Sommige getuigen zagen hun vader of moeder nooit terugkeren uit Duitse gevangenschap. Vandaag blikken ze terug: was het dat allemaal waard? En welk gevoel overheerst: trots om wat ze deden? Of verbittering om het onherstelbare verlies?
Aflevering 2: de hel van de kampen
September 1944. Het grootste deel van België is bevrijd, maar de oorlog is nog niet voorbij. Tienduizenden Belgen zitten nog vast in Nazi-concentratiekampen in Duitsland. De familie is niet op de hoogte van hun lot. Het is bang afwachten wie terugkomt en wie niet. En wanneer de overlevenden terugkomen, zijn hun verhalen zo gruwelijk dat haast niemand ze gelooft.
De getuigen vertellen hoe zij de bevrijding in België meemaakten. Het was vaak erg dubbel: langs de ene kant vreugde om het einde van de bezetting, langs de andere kant de grote onzekerheid over het lot van vader of moeder. Maandenlang bleef die onzekerheid hun leven bepalen. Pas in de zomer van 1945 kwam er nieuws: had hun vader of moeder de kampen overleefd of niet? En in welke toestand?
De verhalen over die kampen kwamen vaak pas veel later. Ze zijn zo gruwelijk dat het voor veel kinderen ook vandaag nog heel moeilijk is om te vertellen wat hun ouders in Duitse gevangenschap hebben doorgemaakt.
Aflevering 3: Een oorlog die nooit stopt
De oorlog is voorbij, maar in veel gezinnen van verzetslui blijft hij nog decennia lang elke dag aanwezig. En toch is spreken over die oorlog vaak taboe. Kinderen groeien op met de oorlogstrauma’s van hun ouders. Wie het oorlogsverleden oprakelt, rijt daarmee ook oude wonden open. Overlevenden van de kampen hebben vaak het gevoel dat ze hun verhaal enkel bij lotgenoten kwijt kunnen. Alleen wie het zelf heeft meegemaakt, kan begrijpen wat er in hen omgaat.
De maatschappij zit niet te wachten op hun verhalen en neemt de vlucht vooruit. Oud-verzetsmensen kruipen in hun schulp en bouwen een muur om zich heen. Voor hun kinderen zijn de gevolgen van de oorlog bij hun ouders dagelijks zichtbaar: nachtmerries, woede-uitbarstingen, lichamelijke en geestelijke pijnen, stilzwijgen, verbittering. Ze moeten een manier vinden om er mee om te gaan en worstelen soms nu nog met de zoektocht om alles een plaats te geven.
Aflevering 4: Helden op de barricade
In de jaren vijftig en zestig verenigen oud-verzetslieden zich en proberen ze te wegen op het publieke debat. Ze strijden voor een strenge bestraffing van collaborateurs en erkenning voor hun eigen verzetsdaden. Later verzetten ze zich met man en macht tegen de plannen om amnestie aan collaborateurs te verlenen. Dat die collaborateurs steeds vaker van zich laten horen, valt in verzetskringen niet in goede aarde.
Hoe meer jaren verstrijken, hoe moeilijker het voor oud-verzetsmensen wordt om hun stem te laten horen. De herinnering aan wat zij deden tijdens de oorlog raakt vervaagd. Er ontstaan mythes die het imago van het verzet besmeuren. Rond het verzet hangt in de jaren zeventig een waas van avonturisme, banditisme en criminaliteit. Veel verzetsmensen zijn verbitterd door de scheefgetrokken herinnering aan hun daden.
Aflevering 5 : Erfenis van een oorlog
De Tweede Wereldoorlog ligt ondertussen al 75 jaar achter ons, maar voor kinderen van verzetsmensen is hij nog dagelijks aanwezig. De oorlog heeft hun leven getekend. Hun engagement op sociaal en maatschappelijk vlak is gelinkt aan het verleden en velen zetten de strijd van hun ouders tegen het extremisme vandaag nog voort.
Vele kinderen van het verzet maken zich zorgen over de erfenis van de daden van hun ouders. Ze kijken door die bril naar de actualiteit en hebben daar ook uitgesproken meningen over. Maar bovenal komt één boodschap altijd bovendrijven: nooit vergeten.
Aflevering 6 : De mythes van het verzet
In de laatste aflevering analyseren een aantal experten de beeldvorming in Vlaanderen over het verzet. Waarom denken wij over het verzet wat we denken? Er zijn zo’n aantal beelden die rond het verzet hangen, die doorheen de jaren dominant zijn geworden. Wie over het verzet spreekt, zal vaak beginnen over de zogenaamde ‘septemberweerstanders’. Mensen die op het laatste moment in het verzet zijn gegaan, en zich dan tijdens de straatrepressie te buiten gingen aan wreedheden tegen verdachten van collaboratie. Maar stoelt dat beeld ook op werkelijkheid? En waarom zitten er geen verzetsstrijders in het collectieve geheugen in Vlaanderen?
Het verzet heeft in Vlaanderen nooit echt kunnen rekenen op veel publieke belangstelling. De vaderlandslievende organisaties zijn er niet in geslaagd om met één stem naar buiten te treden. Er is in Vlaanderen altijd veel meer aandacht geweest voor de collaboratie dan voor het verzet. Het verzet kreeg nauwelijks aandacht in de populaire beeldcultuur en ook op academisch gebied was er weinig interesse.
Die lacunes worden pas de laatste decennia ingevuld, maar als het gaat over beeldvorming over het verzet, houden veel mythes hardnekkig stand. In deze aflevering leggen historici uit hoe het komt dat Vlaanderen zo’n unieke omgang met dat verzetsverleden heeft gecultiveerd en proberen ze enkele hardnekkige foute denkbeelden de wereld uit te helpen.
Komen aan het woord: Koen Aerts (UGent), Pieter Lagrou (ULB), Nico Wouters (CegeSoma), Dimitri Roden (Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk), Babette Weyns (UGent), Michèle Corthals (UA) en Bruno De Wever (UGent).
De getuigen
In de reeks komen in totaal dertien getuigen aan bod: Nelly Baeten (1952), Ellen De Soete (1966), Yvette Elyn (1937), Henri Heimans (1948), Bernadette Kiebooms (1934), Laurent Marting (1938), Yvette Merchiers (1935), Henri Minten (1927), Carmen Mussche (1942), Marcel Torfs (1951), Bertje Ureel (1937), Laurette Van Damme (1949) en Jan Vanriet (1948).
Nelly Baeten
“Ons vader had een waanzinnige afkeer van de Vlaamse Leeuw en ik begrijp waarom. Want hij zei altijd: ‘Dat zongen ze als ze gingen vechten aan het Oostfront’.”
De vader van Nelly Baeten (1952) was pas vijftien jaar toen hij in het Lierse verzet stapte. Hij werd thuis opgepakt terwijl zijn ouders van niets wisten. Na meer dan twee jaar gevangenschap kwam hij weer thuis, maar veel mensen geloofden zijn verhaal niet. Na decennia van stilzwijgen is hij in de jaren negentig opnieuw beginnen spreken. Hij was een van de laatste verzetsmensen die zijn verhaal bracht in scholen en op studiedagen. Ook Nelly zet zich nu in om de herinnering levend te houden.
Ellen De Soete
“Aan het eind van haar leven vroeg ik aan mijn moeder waarom ze ons nooit eens had vastgepakt, of geknuffeld. ‘Wat je liefhebt, pakken ze van je af’, was haar antwoord.”
Toen Ellen De Soete (1966) werd geboren, was de oorlog al meer dan twintig jaar voorbij. Toch werd ze er dagelijks mee geconfronteerd. Haar moeder stapte als 16-jarig meisje in het verzet en zou er een zware prijs voor betalen. Zij werd opgepakt en haar broer werd door de Duitsers doodgeschoten. Dat verlies is haar een leven lang blijven achtervolgen. Ook Ellen kijkt enorm op naar de oom die ze nooit heeft gekend.
Yvette Elyn
“Met ons vader erbij waren wij meer geweest.”
De vader van Yvette Elyn (1937) zat in het Gentse Geheim Leger. Wat hij daar deed, weet ze niet, maar op een dag stond de Gestapo voor de deur. Ze ziet de beelden van de arrestatie nog zo voor zich. Het was de laatste keer dat ze haar vader zag. Het verlies van haar papa heeft Yvette getekend voor het leven. Pas in de jaren ‘90 kon ze de plek bezoeken waar hij is gestorven, een gevangenis in het huidige Polen.
Henri Heimans
“Mijn vader heeft altijd gezegd dat het voor mijn moeder nog veel zwaarder was dan voor hemzelf. Ondanks wat hij had meegemaakt in Breendonk en in Auschwitz.”
Henri Heimans (1948) is een kind van twee politieke gevangenen. Zijn vader was een joodse verzetsman die Breendonk en Auschwitz heeft overleefd, zijn moeder was een Nederlandse vrouw die in Brussel woonde. Twee lotgenoten die elkaar na de oorlog ontmoetten en samen een kind kregen. Ondanks het warme nest waarin hij opgroeide, werd Henri als kind vaak geconfronteerd met de trauma’s van zijn moeder. Als magistraat zette hij zich een leven lang in om ervoor te zorgen dat de mensenrechten van vooral geïnterneerden in België altijd worden gerespecteerd. Onlangs stelde Heimans zich burgerlijke partij in het onderzoek tegen de extreemrechtse groepering Schild en Vrienden.
Bernadette Kiebooms
“Papa heeft zich altijd ingezet voor de verzoening van de gemeenschappen, maar dat is hem door zijn vrienden van het verzet niet altijd in dank afgenomen.”
De vader van Bernadette Kiebooms (1934) was Louis Kiebooms, voor de oorlog hoofdredacteur van de Gazet van Antwerpen en tijdens de oorlog vijf jaar lang politiek gevangene wegens zijn anti-naziberichtgeving in de jaren voor de oorlog. Na de oorlog werd Kiebooms volksvertegen-woordiger voor de CVP. In die hoedanigheid pleitte hij voor amnestie en een verzachting van de repressie. Die acties werden hem in verzetskringen niet in dank afgenomen.
Laurent Marting
“Als er een vijand uw land binnendringt, moet ge u verzetten. Ge heult niet met de vijand. Verzet moet er zijn.”
De beide ouders van Laurent Marting (1938) stapten tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Limburgse verzet. Zijn vader werd opgepakt en samen met 23 andere partizanen in het fort van Breendonk geëxecuteerd. Twee weken na de terechtstelling van zijn vader, werd ook zijn moeder gearresteerd. Zij keerde nooit terug uit de concentratiekampen. Voor Laurent zijn de oorlogstrauma’s zo groot dat hij er dagelijks mee bezig is. Hij is nog steeds op zoek naar de plaats waar zijn moeder is gestorven.
Yvette Merchiers
“Herinneren aan wat er 75 jaar geleden gebeurd is, is belangrijk. Maar het is nog veel belangrijker om alert te zijn en er voor te zorgen dat zoiets niet opnieuw kan gebeuren.”
Yvette Merchiers (1935) verbleef tijdens de oorlog bij haar grootmoeder, waar ook een nonkel en een ondergedoken werkweigeraar verbleven. Ze was als kind getuige van de verzetsactiviteiten die daar plaatsvonden. Op een nacht valt de Gestapo binnen en wordt ook haar kamer helemaal binnenstebuiten gekeerd. Die brutaliteit maakt een grote indruk op haar. Yvette is de dochter van Laurent Merchiers, de liberale minister van Justitie die eind jaren ‘50 als verzetsman een verzachting van de repressie moest doorvoeren.
Henri Minten
“Als je ziet wat mensen van het verzet, waaronder mijn vader, voor het vaderland gedaan hebben en je voelt dat dat nu wordt miskend, dan doet dat pijn. Dat er nu mensen zijn die België uiteen willen trekken, dat doet pijn.”
Henri Minten (1927) is de nestor van alle getuigen. Hij was al een stevige tiener toen de oorlog uitbrak. Op een nacht ontdekte hij per toeval dat zijn vader betrokken was bij het verzet. Het viel hem zwaar dat geheim te bewaren. Toen hij op een dag hoorde dat de Duitsers waren binnengevallen in hun huis, wist hij meteen hoe laat het was. Zijn vader overleefde de oorlog, maar had een afkeer van geweld en conflict. Ook Henri zal altijd proberen te verzoenen.
Carmen Mussche
“Ik heb mijn papa nooit gekend, maar ik neem hem niets kwalijk. Hij heeft gedaan wat hij moest doen, hij kon niet anders.”
De vader van Carmen Mussche (1942) zat als communist in het Gentse onafhankelijkheidsfront. Hij verspreidde sluikpers en weigerde geweld te gebruiken. Hij werd in een hinderlaag gelokt en naar Duitse concentratiekampen gestuurd. Net voor het einde van de oorlog was hij een van de vele slachtoffers van de scheepsramp met de Cap Arcona. Carmen heeft geen herinneringen aan haar vader, maar bewondert hem enorm.
Marcel Torfs
“Mijn beide ouders hebben in de concentratiekampen gezeten. Ik heb Duits gestudeerd omdat ik dat volk wilde begrijpen. Ik wilde begrijpen hoe een volk met zo’n cultuur zo’n gruwelijke dingen kon doen.”
De ouders van Marcel Torfs (1951) leerden elkaar kennen tijdens de oorlog, ze zaten ook samen in Het Kempisch Legioen, een lokale verzetsbeweging. Allebei werden ze opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Ze overleefden de oorlog en kregen nog vier kinderen. Marcel is enorm gefascineerd door het verzetsverhaal van zijn ouders en zoekt vooral naar antwoorden over het waarom. Door zijn studie van het Duits heeft hij het land leren kennen dat zijn ouders zo slecht heeft behandeld.
Bertje Ureel
“Ik denk nog elke dag aan mijn lieve papa. En ik zal alles doen om de herinnering aan onze verzetshelden levend te houden. Daarom dat ik ook zo vaak in scholen ben gaan spreken.”
De vader van Bertje Ureel (1937) werd doodgeschoten op de dag van de bevrijding van Oostduinkerke. Bertje verloor daarmee haar vader op een moment dat er in het hele land feest werd gevierd. Ze heeft zich zelf jarenlang ingezet voor de herinnering aan het verzet en staat aan de wieg van het Mechelse 8 mei-comité.
Laurette Van Damme
“Heel mijn familie heeft een joodse familie verborgen gehouden, en ze hebben het allemaal overleefd.”
De familie van Laurette Van Damme (1949) zorgde er tijdens de oorlog voor dat er een volledige joodse Antwerpse familie kon onderduiken. De ouders van Laurette namen zelf twee kinderen in huis. Die kinderen verbleven een hele tijd bij hen, tot de Gestapo binnenviel en een van de twee kon oppakken. De hele familie overleefde het en tot op vandaag heeft Laurette contact met een van de jongens die tijdens de oorlog bij haar ouders ondergedoken zat.
Jan Vanriet
“Ik heb geleefd met iemand die enorm beschadigd uit het concentratiekamp is teruggekomen. En dat was niet gemakkelijk, soms zelfs heel pijnlijk.”
Jan Vanriet (1948) is een Antwerpse kunstenaar die kort na de oorlog werd geboren. Zijn ouders leerden elkaar kennen in het concentratie-kamp. In de chaos van het oorlogseinde werden er gegevens uitgewisseld en ze spraken af om elkaar in Antwerpen weer te ontmoeten. Ze trouwden en kregen één kind: Jan. Zijn jeugd werd getekend door het oorlogsverleden. De herinnering aan de kampen vormde de motor van hun huwelijk.
Verwacht: Kinderen van de Holocaust
Dit najaar herdenkt België 75 jaar Bevrijding. In september en oktober 1944 kwam er voor het grootste deel van België een einde aan vier jaar bezetting. Die verjaardag wordt overal in het land uitgebreid gevierd. Kinderen van het verzet komt daarom op een uitstekend moment.
In het voorjaar van 2020, op het moment dat Europa het einde van de Tweede Wereldoorlog herdenkt, brengt Canvas Kinderen van de Holocaust. In die reeks vertellen nakomelingen van Holocaust-slachtoffers hun verhaal. Canvas verzamelde de voorbije maanden getuigenissen over de Jodenvervolging in België en de manier waarop de Holocaust in ons land is herdacht sinds 1945, in binnen- en buitenland. Het resultaat van die opnames wordt gebundeld tot een beklijvende reeks waarin duidelijk wordt hoe de gruwel van de Holocaust ook bij de volgende generatie diepe wonden heeft geslagen. De reeks zal uitgezonden worden vanaf eind april 2020.
Met Kinderen van de collaboratie, Kinderen van het verzet en Kinderen van de Holocaust zal Canvas drie reeksen hebben gemaakt over de tweede generatie Vlamingen die getekend werden door de Tweede Wereldoorlog. Hoe verschillend ook, toch vertonen die verhalen ook een grote overeenkomst: ze tonen hoe onze maatschappij ook vandaag nog altijd doorvlochten is van het oorlogsverleden.
Meer informatie over Kinderen van het verzet, de boekenreeks en de themareis vindt u in het persdossier:
Kinderen van het verzet - persdossier.pdf
PDF - 2.8 Mb