In de ban van Tsjernobyl – Met Jan Balliauw
Een driedelige documentaire over de grootste kernramp ooit – vanaf woensdag 15 april
In de ban van Tsjernobyl is een reeks van VRT-journalist en Rusland-kenner Jan Balliauw over de ramp in de Oekraïense kerncentrale op 26 april 1986.
De reeks sluit ook aan bij de actualiteit. Ze gaat over een ramp met een omvang die moeilijk te peilen is en een strijd tegen een onzichtbare vijand; in dit geval geen virus, maar radioactiviteit. De gevolgen en de emoties die ermee gepaard gingen, zijn in zekere zin te vergelijken met onze eigen realiteit vandaag.
In de ban van Tsjernobyl wil op rationele manier nagaan waarom Tsjernobyl na 34 jaar nog altijd zoveel emoties oproept. Dat blijkt ook uit het succes van de bejubelde HBO-fictieserie Chernobyl, die Canvas aansluitend bij de eigen reeks in primeur op open net aanbiedt.
In de ban van Tsjernobyl gaat op zoek naar de realiteit achter die fictiereeks. In Oekraïne ontmoet Jan de mensen op wie de reeks gebaseerd is. Ooggetuigen vertellen hem wat ze die bewuste dag zagen en hebben meegemaakt, wat de gevolgen van de ramp waren op hun leven en gezondheid, welke mythen erover bestaan, waarom ze naar de fictiereeks van HBO hebben gekeken, of waarom ze er juist niet naar kunnen kijken.
Maar Jan trekt ook naar Wit-Rusland, waar 70% van de radioactieve neerslag van Tsjernobyl belandde. Hij praat er met slachtoffers die nog altijd in besmet gebied leven.
En hij staat ook stil bij de erfenis van Tsjernobyl: zijn de mensen die schuldig werden bevonden, terecht gestraft? Wat betekent de ramp voor de toekomst van kernenergie? En wat zal er gebeuren met de rampenzone?
In de ban van Tsjernobyl: op woesdag 15, 22 en 29 april om 21.15 u. op Canvas.
Aansluitend, eveneens vanaf woensdag 15 april, begint ook de fictiereeks Chernobyl. Meer daarover leest u hier.
“De angst voor het onbekende leidt ook tot een irrationele angst. Iedereen wil zo snel mogelijk vluchten van de bron van radioactiviteit, waardoor soms eenvoudige maar efficiënte voorzorgsmaatregelen worden vergeten.”
Jan Balliauw
“Dit programma wil de rationele kant van kernenergie tonen”, zegt Jan Balliauw. “Als het over Tsjernobyl gaat, schieten we allemaal in een angstige en emotionele kramp, maar wat zijn de echte gevolgen van een nucleair incident zoals in Tsjernobyl eigenlijk? Wanneer is radioactiviteit gevaarlijk? Waarom zijn we er met z’n allen doodsbang van? Of kunnen we er iets tegen doen? Moeten we weglopen van een nucleaire stofwolk of met de juiste dosis jodiumpillen de radioactiviteit gewoon ter plekke ondergaan?
Het ondenkbare
Op 26 april 1986 gebeurde in Tsjernobyl het ondenkbare: tijdens een test ontplofte reactor 4 van de kerncentrale. De grootste nucleaire ramp uit de geschiedenis was een feit.
Tsjernobyl en kernenergie zijn thema’s die in het leven en de carrière van Jan Balliauw regelmatig terugkeren: hij groeide op in de schaduw van de koeltorens van Doel. Als beginnende journalist bracht hij verslag uit over Tsjernobyl (voor Radio Centraal en VPROradio) en later – in 2006 en 2011– is hij er ook effectief geweest in opdracht van de VRT.
In deze reeks gaat Jan Balliauw op zoek naar de ooggetuigen, de mensen die het vanop de eerste rij meemaakten, de mensen op wie de HBO-reeks gebaseerd is. Zo ontmoet hij een duiker die een prominente rol speelt in de serie, de helikopterpiloot die als eerste een beeld krijgt van de omvang van de vernietiging, maar ook een brandweerman die de stralingsziekte overleefde, en de operator die als laatste het paneel in de controlekamer van de ontplofte reactor bediende. Het zijn stuk voor stuk mensen die de nucleaire ramp van dichtbij hebben meegemaakt, of er de rechtstreekse gevolgen van ondergaan hebben.
Sergej Volodin, helikopterpiloot
“Ik was er op de eerste dag, op de zesentwintigste. Ik heb dat beeld gezien zoals in de serie, maar dan een beetje erger. Nog erger. Natuurlijk. Reactor 4 - later heb ik ontdekt dat het reactor 4 was - bestond in feite niet meer.”
Sergej Volodin
Terwijl hij boven de reactor vliegt, ziet hij hoe in de buurt mensen nog gewoon naar hun werk gaan, hoe kinderen aan het spelen zijn. Het is mooi weer, de mensen zijn buiten, en dat terwijl een gigantische hoeveelheid radioactiviteit in de lucht hangt.
Pjotr Chmil, brandweerman
“Toen zag ik het: een paddenstoelvormige vlam. Ik was op weg ernaartoe met de auto. We hadden geen idee van wat er gebeurd was.”
Pjotr Chmil
Pjotr maakte deel uit van het brandweerkorps van de kerncentrale van Tsjernobyl. Hij was één van de eerste ooggetuigen: “Men vertelde ons altijd dat de reactor niet kon ontploffen. Wij stonden in voor het blussen van branden in de machinekamer, van kabels, maar we hadden nooit geoefend voor een brand in de reactor. Ik nam contact op met onze controlepost. Ik was op het dak. Daar zeiden ze: bescherm uw mensen, maar mijn mensen waren op het dak. Ik kon hen niet meer beschermen.”
Oleskej Breoes, operator
Ik herinner me dat gevoel van enthousiasme, een soort ongepaste plechtigheid, de bereidheid om alles te doen, koste wat het kost. Dit wordt stralingseuforie genoemd.”
Oleskej Breoes
Oleskej was operator in de controlekamer van de ontplofte reactor 4. De ochtend na de ontploffing ging hij gewoon naar zijn werk. Hij loste zijn collega’s van de nachtshift af die de ontploffing hadden meegemaakt en die in de HBO-serie een grote rol spelen. Velen van hen waren er toen al slecht aan toe. Oleksej liep door zijn werk die dag een hoge dosis straling op, maar hij overleefde het dankzij een jodiumpil die hij van een collega kreeg: “Iedereen die naast mij werkte, verkeerde zeer snel in slechte gezondheid. Iedereen moest overgeven. Ikzelf was misselijk maar moest niet overgeven.”
Internationale fall-out
In de ban van Tsjernobyl onderzoekt in de reeks de gevolgen van de kernramp op langere termijn. In Oekraïne, maar ook in Wit-Rusland, waar 70% van de radioactieve neerslag van Tsjernobyl belandde. Dat heeft daar geleid tot een duidelijke verhoging van het aantal schildklierkankers.
Jan Balliauw: “De discussie (rond kernenergie) wordt nog moeilijker gemaakt door de onwetendheid van de mensen over radioactiviteit. Je ziet het niet, je ruikt het niet, en toch kan het zorgen voor kanker, de gevreesde ziekte. Toen ik in 2006 de zone rond Tsjernobyl bezocht en in mijn reportage een standup toonde met op de achtergrond de beroemde sarcofaag, kreeg ik meteen een bezorgde mail van de VRT-preventiedienst. Ze wezen me er terecht op dat ik hen niet had verwittigd dat ik in dergelijke gevaarlijke situaties ging werken. In 2011 had ik hen wel verwittigd, en kreeg ik een dosismeter mee. De totale opgelopen straling van twee dagen Tsjernobyl was evenveel als op de vliegtuigreis tussen Kiev en Brussel. De angst voor het onbekende leidt ook tot een irrationele angst. Iedereen wil zo snel mogelijk vluchten van de bron van radioactiviteit, waardoor soms eenvoudige maar efficiënte voorzorgsmaatregelen worden vergeten. Zo vermindert een eenvoudig stofmasker de blootstelling aan Cesium 137, de meest uitgestoten isotoop bij een kernramp.
In Wit-Rusland praat Jan met mensen die vandaag nog altijd leven in besmet gebied en peilt naar de gevolgen voor hun gezondheid en hun dagelijkse leven. De verhalen in Wit-Rusland zijn relatief onbekend, omdat je er als journalist maar moeilijk binnen geraakt.
Ook in Oostenrijk, meer dan duizend kilometer van Tsjernobyl, was er een aanzienlijke radioactieve besmetting door de kernramp. Oostenrijk is na Wit-Rusland het land met de meeste radioactieve fall-out. Daar spreekt Jan met mensen die in Spital am Pyhrn wonen, een van de meeste vervuilde gebieden in Oostenrijk.
Ook België kreeg zijn deel van de radioactieve wolk begin mei 1986. Het was minder erg dan in Oostenrijk, maar de passage van die wolk toonde aan dat de overheid nauwelijks zicht had op de radioactiviteit in de lucht en welke maatregelen genomen moesten worden. Een ongelukkig misverstand met weerman Armand Pien ondermijnde het vertrouwen van de bevolking nog meer in de communicatie van de overheid.
Gevolgen op lange termijn
Wat precies de gezondheidsgevolgen op langere termijn van die radioactieve neerslag eind april en begin mei 1986 is moeilijk te meten. In 2006 sprak de ereldgezondheidsorganisatie over 4.000 doden, milieuorganisatie Greenpeace kwam op 93.000.
Maar het is duidelijk dat 34 jaar na de ramp de radioactiviteit nog niet is verdwenen, zeker niet in Wit-Rusland waar Jan kon vaststellen dat houtkachels soms kleine reactoren zijn door de verbranding van radioactief brandhout.
De ontplofte reactor is nog altijd niet ontmanteld, niemand weet hoe dat moet gebeuren. daarom werd met internationale steun een nieuwe boogconstructie over de oude ‘sarcofaag’ geschoven, omdat die instabiel aan het worden was. Het project kostte zo’n 2 miljard euro en beschermt de buitenwereld nu voor 100 jaar. Jan bezoekt de zogenaamde New Safe Confinement met de 85-jarige Valentin Koepni, de directeur van de oude sarcofaag.
Ramptoerisme
De zogenaamde ‘exclusiezone’ rond de ontplofte kernreactor is na de HBO-serie populair geworden als toeristische bestemming. De Oekraïense president Zelenski wil het toerisme in de zone verder ontwikkelen om de wereld duidelijk te maken wat de effecten zijn van de ramp in 1986.
Niet iedereen is gelukkig met die inzet op het toerisme. Jan ontmoet Aleksandr Sirota die als 8-jarige werd geëvacueerd uit Pripjat, de stad van 50.000 inwoners die speciaal gebouwd was voor de werknemers van de kerncentrale. Hij probeert Pripjat virtueel weer tot leven wil brengen en vreest dat het toerisme het specifieke karakter van de dode stad zal ondermijnen. Maar hij herinnert zich ook nog goed hoe hij als kind van Pripjat behandeld werd.
“Het ging zelfs zover op school of op een oudervergadering, dat een moeder verontwaardigd was dat haar zoon aan dezelfde schoolbank zat als ik. Want ik kon verschillende radioactieve stoffen bevatten en haar zoon infecteren.”
Aleksandr Sirota
Alexander vertelt hoe ingrijpend de gevolgen op sociaal en emotioneel gebied waren: “Ze vonden ons als voormalige inwoners van Pripjat niet echt leuk, ze waren bang, ze vonden ons anders, radioactief, ze vertelden dat we hun appartementen bezetten, hun werk innamen.”
De erfenis
Tot slot staat Jan stil bij de erfenis van de ramp in Tsjernobyl: zijn de mensen die schuldig werden bevonden terecht gestraft? Wat zijn de gevolgen van de ramp voor het gebruik van kernenergie? En wat gaat er met de rampzone gebeuren?
Oleg Brjoechanov is de zoon van de toenmalige directeur van de kerncentrale, Viktor Brjoechanov. Die werd schuldig bevonden en belandde in de gevangenis. Oleg spreekt op zachte en serene toon over de HBO-reeks. Toch zegt hij dat zijn vader in realiteit helemaal anders was dan hij in de reeks wordt voorgesteld. Veel zachter, veel aangenamer en een graag geziene directeur. Oleg heeft met zijn vader nooit gesproken over diens periode in de gevangenis.
"Het was zo'n litteken in zijn hart dat ik het ongepast vond om hem erover aan te spreken."
Oleg Brjoechanov
De afleveringen
In de eerste aflevering gaat over de kernramp zelf. Jan praat met directe ooggetuigen over wat er toen juist gebeurd is en hoe zij dat vanop de eerste rij hebben beleefd.
De tweede aflevering onderzoekt de gevolgen op langere termijn en de impact in Oekraïne zelf, maar vooral in Wit-Rusland en daarnaast ook in Oostenrijk en in ons eigen land.
De derde aflevering gaat over de erfenis van Tsjernobyl. Hoe is de ramp kunnen gebeuren? Wie was verantwoordelijk? Zijn de juiste schuldigen gestraft? Hoe ziet de de toekomst van de rampenzone eruit? En wat zijn de gevolgen voor de kernenergie?